Klasieke tijd: Maker: Jan Brueghel de Oude olieverf op paneel (55 x 84 cm) 1613 De dieren gaan aan boord van de Ark van Noach In het midden kijken een paar mensen toe hoe Noach (met stok) een bonte stoet dieren naar zijn ark drijft. Links achter hen is in de verte de ark te zien. Links is een rustig kabbelend beekje te zien. Niets wijst op de aanstaande zondvloed. Jan Bruegel kon in dit schilderij zijn kennis van het dierenrijk toepassen. Hij was hofschilder van aartshertog Albrecht en Isabella van Spanje, die in Brussel een grote verzameling van dieren uit de gehele wereld bijeen hadden gebracht. Startvraag: Zijn deze dieren normaal gesproken bij elkaar? Onderzoeksvraag: Wat zou jij voor titel geven aan deze schildering? Waarom zou je die titel geven? Analysevraag: Wat zou de maker hiermee willen bereiken? Speculatievevraag: Waar denken jullie dat de dieren naar toe zullen gaan? En hoe zouden ze dan verder zijn gegaan? Concluderende vraag: Zouden deze dieren allemaal op de ark gekomen zijn? Contrast: Je ziet een duidelijk contrastverschil tussen licht en donker. De voorgrond wordt redelijk donker afgebeeld en dat is in tegenstelling tot de lucht. Door de donkere en duistere kleuren komen de dieren nog feller en belangrijker naar voren. Wij denken dat deze donkere kleuren aanduiden dat er iets staat te gebeuren op de aarde en dat de dieren belangrijker zijn dan wat er te gebeuren staat. De dieren moeten dus gered worden. De structuur: is rommelig door de vele bewegingen van de dieren in het beeld. De vechtpartijen en natuurlijke bewegingen van de dieren zorgen ervoor dat de structuur verstoord wordt.